Laos en het eerste China

15 mei 2011 - Lijiang, China

Luang Prabang

Na de zware dag in Vang Vieng hebben we de hele ochtend nodig om uit te slapen en pakken tegen het middag uur de bus naar Luang Prabang. Met nog een half uur te gaan regelen we een ontbijt bij een vrouwtje op het busstation. De bus komt echter al na een minuut en we kunnen nog net het broodje met het bijna rauwe ei meenemen om iig nog iets te eten te hebben op de 7 uur durende rit. Het eerste stuk is nog prachtig met de grote begroeide rots torens in het gebied van Vang Vieng. Later wordt het veel bergachtiger en uur na uur sjokt de grote bus over het kleine weggetje berg na berg, dal na dal. Van tunnels of bruggen hebben ze in Laos nog nooit gehoord. De dorpjes langs de weg bestaan enkel uit bamboe en soms uit gewoon hout en bijna alle daken zijn van stro. Eigenlijk zijn de huisjes net zoals in het middeleeuwse deel van het historische thema park Archeon in Alphen aan de Rijn. De mensen branden hier hele berghellingen af om ze het jaar erna te verbouwen. Na een of twee oogsten is de grond te arm geworden en laten ze het weer begroeien voor een jaartje of vier voor de cyclus weer opnieuw begint. Het landschap bestaat behalve uit de spaarzame stukjes regenwoud dus met name uit met struiken begroeide hellingen met hier en daar pikzwarte afgebrande stukken hetgeen af en toe een Trieste aanblik geeft. Het is al laat als we in de stad Laung Prabang aankomen en inchecken in het hostel, een prachtig glimmende houten kamer. We eten savonds laat in een aziatisch tentje. De volgende dag bezoeken we het Franse stadje Luang Prabang en beginnen uiteraard weer met een uitgebreid Frans ontbijt. De dag vullen we met een aantal tempelbezoeken en het oude paleis van de Laotiaanse koning. Met name de grote Amerikaanse autos die de koninklijke familie kreeg als compensering voor de twee miljoen ton aan Amerikaanse bommen die op Laos zijn gedropt zijn mooi om te zien. Savonds blijken door een onwijze tropische storm alle pinautomaten buiten werking en de volgende ochtend kunnen we het hostel dan ook niet betalen. De jongen van het hostel biedt aan om me naar een ander hotel te brengen waar ik kan betalen met creditcard. Zo zit ik sochtend vroeg achterop de brommer en rijden we tussen de honderden andere brommertjes door naar het hotel waar we kunnen betalen. Het gaat goed en zo halen we de bus naar Luang Namtha nog net.

De bus naar Luang Namtha doet er 10 uur over al is het linea recta amper 200 km. De reis is genieten: Door het slechte wegdek rijdt de bus maar stapvoets en we worden alsnog door elkaar geschut door de ontelbare gaten in de weg. Samen met de echt keiharde aziatische muziek die de hele bus prachtig vindt en de toch wel slechte maag van de dag ervoor is het een hele ervaring. 10 uur later staan we in het busstation van Launag Namtha, nog een 6 km van het stadje zelf. Het vervoermiddel van Laos is een soort grote tuktuk die gebouwd is van een oude motorfiets met een grote bak er achter. Samen met een paar zakken groente en een stelletje Laotianen rijden we de laatste 6 km naar het stadje. Het stadje doet een beetje wild west aan met houten huisjes aan een lange rechte weg. We lopen meteen langs een van de vele trekkingbureaus. We kiezen ervoor om een drie daagse jungle tour te doen dwars door het Nam Ha gebied. We worden gewaarschuwd dat het geen happy tourist trekking wordt maar dat we bloedzuigers en glibberige paden kunnen verwachten. Met enige tegenzin gaat Irene toch akkoord en we gaan vroeg slapen om de volgende dag om 8 uur sochtend klaar te staan voor de tour. Met de Sri Lanka ervaring met bloedzuigers nog vers in het geheugen kopen we maar alvast een zakje zout.

Jungletrekking Luang Namtha

Bepakt en bezakt lopen we in een grote maar gezelige groep dwars door de rijstvelden de jungle in. De karavaan bestaat uit twee gidsen, twee dragers en dan de touristen bestaande uit twee Denen en een Fransman en twee meiden uit de USA en Canada. Na een heerlijk lunch tussen de rijstvelden begint het echt en lopen we stijl door een groene tunnel de jungle in. De gekke maar leuke gids stopt regelmatig om blaadjes en schors af te snijden die we moeten eten. Alles smaakt even bitter en zuur maar het zijn allemaal medicinale planten. Best wel leuk. Naar de uren verstrijken wordt het bos wilder en de bomen groter, ook wordt het pad glibberiger. We gaan enkel omhoog en klimmen in de middag bijna 1000 m omhoog wat in de tropische hitte best wel zwaar is. Tegen half vijf komen we bij het junglecamp aan bestaande uit twee houten hutten. Na enkele minuten vliegen er al honderden beien rond het kamp die afkomen op het zweet in onze kleding. Je zit niet rustig met de honderden zoemende beien om je heen maar gelukkig vertrekken ze als het donker wordt. Op een tafelkleed van bananenbladeren wordt het maal uitgespreid en we eten sticky rice die we dopen in een dip van coriander, geroosterde pepers en knoflook. Heerlijk. We drinken heel wat bamboe shots met ricewhiskey zoals de gidsen het noemen en de Denen trekken hun opium pijp te voorschijn. Het goedje wat ze roken blijkt echter geen opium te zijn maar een rubber achtig mengsel, tot grote spijt van de Denen, maar de Laotiaanse gidsen kunnen er hard om lachen. De volgende dag vertrekken we na een uitgebreid ontbijt vergezeld door een paar duizend beien en trekken dieper het bos in. Slecht een keer die dag zien we een stukje open bos en kijken uit over een zee van boomtoppen. De rest va de dag is een grote groene tunnel. Aan het einde van de dag wordt het zwaar na een glibberige en lange afdaling komen we in lager en dichter gebied. We lopen langs een rivier en door een harde regenbui wordt het nog glibberiger als het al was. Soms is het kruipen door de bamboe en de eerst bloedzuigers kruipen zenuwachtig omhoog. Vloekend hoor ik achter me Irene die al voor de honderdste keer door de modder naar beneden glijd en zich vastgrijpt aan een vlijmscherme doornvaren. Kokend van woede en vechtend tegen de bloedzuigers loopt ze verder en ik kan me enkel ook maar concentreren op het pad voor me en die verdomde bloedzuigers. Als we bij het kamp komen is het het niet de oase van rust waar we op gehoopt hadden maar is het de bee mansion zelf. Duizenden beien kruipen op onze lichamen en ondanks dat de gidsen vuren met veel rook maken kunnen we er niets aan doen en huilend van de rook staan we doodstil urenlang te wachten op de duisternis en het vertrek van de beien. Ik wordt zes keer gestoken. De laatste dag wordt de zwaarste volgens de gids met harde regen, dikke modder, nog meer bloedzuigers en zinderende maar vochtige hitte. Na de lunch komen we in meer bewoonbaar gebied en de bloedzuigers laten zich niet meer zien en de eerste hutjes zijn alweer te zien. We gaan wel tien keer dwars door een rivier heen en de scenery is hier prachtig. Voor der verandering is er uitzicht in plaats van de groene tunnel en met een lach lopen we de laatste uren van de trip. Het allerlaatste uur worden we nog verrast door een tropische hoosbui en helemaal doorweekt steken we per kano de laatste rivier over terug de beschaving in. We springen met zn allen met kleren en al de bruine rivier in voor een keerlijk bad. We zijn doodmoe maar de jungle ervaring was er eentje om nooit te vergeten.

Naar China

Het gaat super efficient nu. Het is half acht en na een snel ontbijt stappen we in het busje naar China. Gisteravond kwamen we nog doodmoe terug van de 3daagse jungle tour nu zijn we alweer on the road naar Jing Hong. De busrit kost ongeveer 7 uur maar het is een comfortable minibusje. Merendeels zijn het chinezen of Lao maar een van onze medereizigers is een oude dame uit Finland. Respect voor deze oude dame die met haar rolkoffertje al vijf maanden alleen door zuid oost Azie reist. Ze zit vol verhalen over van alles, van haar dochters honden tot haar programmerings ervaring 50 jaar terug. Het is echter een gezellig mens en met zn drieen lopen we door de duane China in. Onze tassen worden goed doorzocht maar het eerste wat opvalt is dat de Chinezen erg aardig en behulpzaam zijn. Over de Chinese weg is een ware verademing na Laos. In plaats van de slingerweggetjes over de Bergen en door de dalen gaan we nu door de Bergen en over de dalen dankzij grote betonnen bruggen en tunnels. We rijden ook niet meer ezeltje snelheid maar een gewone 100 km/uur. Enkele uren later komen we aan in de stad JingHong in Xishuangbanna in Yunnan aan. Op aanraden van onze oude Finse vriendin gaan we drieen naar het Mekong Café dat wordt gerund door een Europeaan. Het is altijd leuk om van die verdwaalde westerlingen aan te treffen en dit is er een mooi voorbeeld van. De Franse man is naar eigen zeggen jaren lang chef geweest in allerlei 5 sterren hotels in Azie en runt nu in Jing Hong samen met zn Chinese vrouw het Mekong Café. Op de kaart treffen we Carpaccio en ganzenlever aan voor geode prijzen. Volgens de beste man de beste die we ooit zouden eten. We proberen het en het is erg lekker maar de beste carpaccio is het niet. De Fransman belt voor ons een goedkoop hostel op loopafstand en we boeken via hem vliegtickets voor de volgende dag.

Lijiang

Sochtens slapen we uit en ontbijten uitgebreid in het Mekong Café. Net als de carpaccio en de ganzenlever zijn ook de worstjes van het engelse ontbijt helemaal zelf gemaakt. Het smaakt goed. We worden vriendelijk uitgezwaaid door het echtpaar en ze regelen een taxi naar het vliegveld. Een uur later zitten we in het kleine toestel van een onbekende Chinese maatschappij en maken we vaart voor de vlucht naar Lijiang. We hebben besloten om Kunming en Dali over te slaan, enerzijds omdat we geen zin hebben in twee busritten van 17 uur (de afstanden zijn gigantisch) en anderzijds omdat Dali ondanks de mooie Pagoda’s wordt overlopen door hordes Chinese touristen. Als het toestel de landing inzet is het duidelijk dat we in een ander gebied komen. De tropen hebben we nu definitief achter ons gelaten en het gebied kan gezien worden als de beginnende heuvels van de Chinese Himalaya's. Het regelen van de taxi naar het hostel gaat in het begin wat moeizaam bij de overwegend vrouwlijke taxi chauffeurs maar door de telefoon met het hostel aan de lijn aan de taxi chauffeur te geven komt het allemaal goed. De chauffeur leert ons enkele woordjes Chinees: Ni Hou voor hallo enz. Als we worden opgevangen door een mevrouw van het hostel proberen we de geleerde woordjes meteen uit maar de Chinese mevrouw kijkt ons enkel met een onbegrijpelijke blik aan. Het hostel Garden Inn is erg leuk en gezellig. Het zijn een paar oude huisjes rondom een leuk binnenplaatsje met veel planten. In een aparte buitenruimte staat een wasmachine waar we de vreselijk stinkende berg kleding van de jungle tour in Laos wassen. De volgende dag lopen we de hele dag door het oude stadje van Lijiang wat ondanks de hordes Chinese touristen toch erg mooi is. Tussen de oude maar prachtige Chinese huisjes liggen prachtige glasheldere beekjes. Samen met de treurwilgjes, wat bloezem en kleine stenen bruggetjes is het vreselijk Idyllisch.

Tiger Leaping Gorge

Sochtend vroeg staat het busje bij het hostel klaar en rijden we in een vier uur naar de Tiger Leaping Gorge. Dit is een bergachtig gebied met een van de diepste dalen ter wereld. Tussen de 5000 m bergtoppen stroomt de Yangtzi rivier in een nauwe kloof. De naam Tiger Leaping Gorge komt van een mythe waarbij een tijger op de vlucht voor een jager over het smalste stuk van de rivier zou zijn gesprongen. Er zijn twee routes: Een is voor de Chinese tourist, die bestaat uit een asphalt weg iets boven de rivier met vele viewpoints en op de andere oever dicht bij het kolkende water een netjes plavuizen pad waar de met paraplutjes en fototoetel gewapende Chinese touristen groepen de perfecte plaatjes kunnen schieten van de steen waar de tijger de rivier over zou zijn gesprongen. En dan is er de andere route, voor de westerse avontuurlijke tourist, welke bestaat uit een 2 tot drie daagse trekking over een smal bergpad ongeveer een km boven de kolkende Yanzi rivier. We nemen uiteraard de laatste waar we op het middaguur mee beginnen. Al snel is het uitzicht over de gorge fantastisch al verbergen de toppen van 5000 m zich in een dik wolkendek. Ondanks dat in de gids staat dat er meerdere mensen op dit pad zijn omgekomen is het goed te doen al is het klimmetje van de 28 bends redelijk zwaar. Op het hoogste punt van het pad is een uitzichtpunt waar je ongeveer 1000 m beneden de brede bruine rivier ziet veranderen in een kolkende massa door een smalle kloof. De Tiger Leaping Gorge. Na een uurtje of vijf bereiken we het tea horse guesthouse waar we overnachten. Tijdens het eten begint het hard te regenen maar later op de avond trekt het wolkendek open en krijgen we zicht op de 5000 toppen aan de overkant van het dal. Een mix van regenwolken en blauwe lucht, een gigantische regenboog en het gele avondlicht op de toppen van het Yulong Xueshan massief geven werkelijk een magnifiek uitzicht.

De volgende dag staan we vroeg op en 8 uur lopen we van het hostel weg om de resterende tocht van de tiger leaping gorge af te maken. De dag begint met wat gekibbel omdat we er niet uitkomen of we de tocht eerder afbreken om snel door de touren naar Shangri La of om de tocht rustig af te maken. Irene weet me af te remmen om niet als een debiel door te touren naar Shanri La maar rustig de wandeling af te maken. Gelukkig want het laatste stuk blijkt prachtig met zeer stijle en adembenemende afgronden met een grote waterval.

Shangri La

Rond het middag uur pakken we de bus naar Shangri La wat op bijna 3300 m ligt. Het is bewonderingswaardig hoe de Chinese buschauffeur meerdere dingen tegerlijkertijd kan doen. Terwijl hij andere bussen en trage vrachtwagens op de meest gevaarlijke bochten aan het inhalen is kan hij ook nog een film kijken op zijn scherm. Behalve dat het bewonderingswaardig is is het ook tamelijk tenenkrommend af en toe maar gelukkig reageren de tegenliggers met licht en geluidsignalen zodat de chauffeur steeds net op tijd wordt afgeleid van zijn kennelijk spannende film. We rijden door een prachtig landschap en racen over een hoge pas waar de eerste Tibettaanse Yaks al zijn te zien. Enkele uren later komen we aan in Shangri La en boeken een kamer in Kevin’s Trekking Inn. Samen met een Nieuw Zeelander en twee belgen gaan we een avondje zuipen en met name de Chinese borrel zullen we niet vergeten. Ik ben er van overtuigd dat ze het spul in Nederland ook verkopen onder de naam spiritus maar de rest vindt het echt lekker. Er is geen verwarming in de kamer en ondanks de elektrische deken (en de drank)is het snachts vreselijk koud. Het is maar moeilijk wennen na het jaar tropen! De volgende dag doen we voor de verandering niets, praten wat met wat nederlanders, bezoeken een trekking bureau van een verdwaalde brit en slenteren wat door het tibettaanse stadje. Het is erg mooi.

Het plan

We boeken een busticket verder naar het noorden. Dit betekent dat de komende weken van onze reis extremer gaan worden in een gebied waarschijnlijk zonder internet, naar horen soms zonder elektriciteit en water, met een woest landschap met wolven, tibettaanse kloosters en waar ze geen Chinees praten maar Tibettaans. We nemen de bus naar Xiangcheng, dan naar Litang en over de Tibet highway rijden we terug de beschaving in naar Chengdu waar we uiteindelijk de trein zullen nemen naar Beijing. Mn petje met de rode chineese ster gaat even diep de rugzak in.

8 Reacties

  1. Chris_Ria:
    15 mei 2011
    het lijkt wel een film wat jullie meemaken en doen. Heel bijzonder en dan wéér die bloedzuigers... Geef mij maar een Hollandse muis.
    We hebben weer genoten van jullie mooie verhalen. veel liefs Ria&Chris Oh ja: Ajax is landskampioen (gewonnen van Twente met 3-1. 3e = PSV.
  2. joke:
    15 mei 2011
    Zo, dat doet me deugd: een oude vrouw alleen op reis. Tijd genoeg dus...
    Een mooi verhaal Daan en weer erg veel indrukken. Je beschrijft het Chinese dorpje zoals ik dat eens bij Chris Seegers gezien heb: verstild en idyllisch met veel groen en kleine beekjes.
    Op naar de Yakboterthee! Die moet je echt proeven hoor, en vooral ruiken heb ik begrepen :))

    Liefs,
    Joke
    en ja:020 eindelijk weer kampioen!!!!
  3. Marjolijn Scholman:
    16 mei 2011
    Pfff, wat een trekking hebben jullie gemaakt! Het mooie is dat je achteraf blij bent dat je dit hebt meegemaakt, maar tijdens de tocht is het flink afzien. Een ervaring rijker ;-) Geniet met zijn tweetjes! X Lijn
  4. Mandy:
    17 mei 2011
    jee, eindelijk jullie weblog gevonden. Heb nog behoorlijk wat bij te lezen zie ik.
    Fijn om te horen dat het goed gaat. Jullie maken echt een mooie reis!
    Geniet ervan! Hier in Nederland is echt ook veel te fris, en niet eens een elektrische deken voorhanden...móet je nagaan!
    xx
  5. Bonpa en Toke:
    22 mei 2011
    Lieve Irene en Daan.

    Als ik een petje had, zou ik `m voor jullie met diep respect afnemen.....
    Wat een belevenissen.
    Vanuit Schijndel een dikke kus en een goede reis verder.
    Bonpa en Toke
  6. hilde:
    23 mei 2011
    Wauw, ik zit hier in mombasa (kenya) en ga morgen naar Lamu (ze zeggen dat het een geweldig paradijselijk eiland is) maar na al deze verhalen kijk ik uit om naar azie te gaan... Eerst nog even relaxen, dan rusland en mongolie en dan is het zover :) als je uitgereisd bent moeten we maar s skypen om alle verhalen te delen! Veel plezier daar in de donkere gebieden van azie, x hilde
  7. Marja en Bram:
    23 mei 2011
    hee lieverds, wat maken jullie veel mee en wat een ontberingen af en toe! Reuze spannende reis! Sluiten ons aan bij dat petje van Bonpa en Toke.

    Dikke kussen,
    Bram en mama (marja)
  8. hilde:
    27 mei 2011
    daan! wat leuk dat je mijn hele verhaal hebt gelezen, ik was natuurlijk weer iets te uitgebreid, geniet ze, dat doe ik hier ook!