BUS!

4 juni 2011 - Chengdu, China

 

In het onderstaande stuk heb ik misschien wat teveel over busritten geschreven maar op deze reis van Bangkok naar Beijing hebben we zeker een derde van de tijd in de bus gezeten en ik wil deze niet altijd leuke maar toch ook wel memorabele belevenissen dan ook niet overslaan in dit verslag.

De avond voor vertrek hebben we bij Mr. Zheng wat tibettaanse brood besteld. Is het tibettaanse brood heel erg meelachtig droog en niet lekker, die van Mr. Zheng, de goedlachse en geestige tibettaan maakt het met vezels en stukjes banaan. Erg lekker. Overigens was ook de yaksteak met friet van Mr. Zheng ongelofelijk goed en een welkome afwisseling op de chinese noodle soep. We staan al om 5 uur op om richting de bus te lopen. We hebben vandaag een zeer lange rit over de Tibettan high way voor de boeg richting Tagong. Een ander Tibettaanse stadje of dorpje. We zullen de bus nemen naar een gehucht genaamd Sjendusjau en van daar een minibusje naar Tagong. In totaal zal de reis ongeveer 12 uur gaan duren. Als we onderweg naar de bus een kop koffie halen bij een lokaal tentje zien we hoe een meisje wordt aangevallen door een hond. Ze komt er redelijk van af maar ze heeft een aantal bloederige bijtwonden in haar hand. Zoals van te voren gewaarschuwd en het is niet overdreven, zijn de tibettaanse stadjes in de nachtelijke uren van de honden. Het is alsof na schemering de honden in de stad de macht overnemen en gedeeltelijk is het ook zo. Er zijn veel waakhonden bij huizen maar er zijn ook erg veel straathonden, dit komt oa omdat de streng boedhistische tibettanen geen dieren mogen doden. Het statement dat de blaffende hond niet bijt wordt hier groots ontkracht. Overigens mogen de tibettanen honden niet doden maar ze mogen ze wel pijn doen en de normale manier om vervelende honden van je af te houden is door het gooien van stenen.

De Tibettan Highway

Terug naar de bus. Ondanks dat in de LP stond dat het busstation van Litang een van de meest lastige is van China ging het aardig gesmeerd en ondanks dat we met de hele bus nog even moeten wachten op een laatkomer vertrekken we dan toch om 7:00. Al na een kwartier degradeert de kwaliteit van het wegdek naar dat van een slecht begaanbaar zandpad, de befaamde Tibettan Highway. Het gehobbel over de gevaarlijke bergweggetjes zou de komende 9 uur aanhouden en onderweg zijn er talloze taferelen te zien die soms tenenkrommend irritant zijn, soms angstaanjagend zijn, of soms humoristisch, meestal echter is het een combinatie van alle drie en dat maakte de rit memorabel.

 Zo verbazen we ons de volle 9 uur lang waarom de chauffeur continu zo dicht mogelijk bij de rand van het ravijn wil rijden, ook als dit aan de verkeerde kant van de weg was. Soms heb je het idée dat een wiel van de bus nog half op de rand rijdt en je nekharen komen al helemaal overeind als de bus dan in een diepe kuil rijdt en verend richting ravijn helt. Een mogelijke verklaring voor het vreemde gedrag is dat het wegdek aan de bergkant meestal nog slechter is dan aan de ravijn kant. Meer hobbels betekent snellere slijtage van de vering en dat betekent weer meer onderhoudskosten… Chinezen zijn handelaren en als ze ergens op kunnen besparen doen ze dat.

Op gegeven moment staat er een auto schuin op de weg vast in een diepe kuil. De bus kan er niet langs en na 5 minuten toeteren komt ook de chauffeur erachter dat het getoeter de auto de kuil niet uit krijgt. Na 10 minuten is duidelijk te merken dat het overgrote deel van de Chinese passagiers eruit wil en we maken nog een opmerking dat de chinezen zo behulpzaam zijn omdat ze schijnbaar allemaal een handje willen helpen de auto uit de kuil te krijgen. Niets is minder waar, in plaats van helpen duwen gaan de chinezen ernaast staan pissen, roken een sigaretje en kijken hoofdschuddend nog even naar de auto alvorens ze weer de bus in gaan. Toch maar weer toeteren dan en na een tijdje krijgt de passagier van de auto zn auto een stukje los waardoor er een halve meter meer ruimte is tussen het ravijn en de auto. Nu ziet de busschauffeur zijn kans schoon en hij zal toch niet…. Ja dat zal hij wel en we sluiten onze ogen als de bus de bloedstollende manouvre doet en hij krijgt het gevaarte er nog langs ook..

Dan zijn er nog de honderden gevallen waarbij we op de te smalle weg grote vrachtwagens inhalen in de bocht, op de stijle berghelling en hopen dat er niets aan komt uit de andere richting, de tunnels zonder licht of ventilatie met zeer slecht wegdek en ja waar we ook inhalen in de bochten. Tenslotte zijn er die dag de militaire colones van honderden vrachtwagens op weg naar Tibet die we stuk voor stuk moeten passeren op de te smalle weg. Behalve al de hassle zijn er de prachtige vergezichten over het zo lege tibettaanse landschap, waar je je realiseert dat dit deel van de wereld nog zo leeg is en het nog maar een heel klein begin is van die meer dan 1000 km lange tibettan highway. Dat was in het niet zo kort de tibettan highway al is het naar mijn idée gewoon de ‘hoge’ weg naar Tibet ipv de snelweg naar Tibet.

Tagong

Het is al tegen de avond als we in Tagong aankomen en lopen nog even get stadje in, bekijken de mooie en wederom kleurrijke monastry en bewonderen de besneeuwde pieken op de achtergrond. Als we terug naar het hostel lopen kruipen we door het oog van de naald aangezien er ineens een agressieve hond van achter aangerend komt en Irene deze nog net kan ontwijken. We gooien wat stenen om het gore beest weg te jagen en gelukkig kiest hij het hazenpad. Weer een bewijs dat de beestjes in dit deel van de wereld niet te vertrouwen zijn. Savonds drinken we thee met de familie van het tibettaanse en prachtige hostel. De volgende dag maken we samen met een nederlands meisje een wandeling naar een vrouwen klooster (dat we gelukkig nooit bereiken J ) en chillen in het restaurantje van een amerikaanse dame die een uitstekende yakburger bereidt als avondmaal. Ook bestellen we bij haar een motorfiets voor de volgende dag.

Per motor verder

Aangezien we zo genoeg hebben van de eindeloze busritten (zie boven) hebben we nu een motorfiets gehuurd om een ander stadje te gaan bezoeken. Er is echter een probleempje en dat is dat we beiden geen motor kunnen rijden. Onder het mom van alles liever dan de bus (nee fietsen zijn er niet) leer ik die ochtend dan ook in het kort hoe je op een tibettaanse motor moet rijden en na een paar proefrondjes gaat het best aardig. Helaas hebben ze geen helm of motorpak maar desondanks vertrekken we in de vroege middag, geheel in stijl met tibettaanse cowboyhoed met de motor richting het stadje Bamei. Het weer is prachtig en het panorama vanaf de motor is overweldigend! De eeuwige groene graslanden met de yaks en de wit besneeuwde pieken in de blauwe lucht. Geweldig! Al snel bereiken we Bamei en we besluiten het erop te wagen richting Damba te rijden, een 100 km verder. We rijden een pas over van rond de 4000 en dalen dan af in het dal helemaal naar 1800 m. We rijden door een mooi beboste valley met een woeste beek en worden onderweg ingehaald door tibettaanse jongens op hun motorfietsen die maar al te graag even een fototje maken met hun telefoon van onze toch wel aparte verschijning. Als het tegen zes uur aanloopt, we nog geen idée hebben hoe ver het nog is en we al een uurtje of 5 op de motor zitten beginnen we ons een beetje zorgen te maken of het besluit wel goed was om zo ver te gaan. Zeker met de honden na schemering… We scheuren er dan ook lekker op los door het mooie dal maar Danba halen we die avond niet meer maar stoppen bij een wilde maar vriendelijke Chinese meneer die ons een kamer aanbiedt in zn Chinese hotelletje. De dag erna is het weer veranderd en is het stukken kouder, als we met de motor weer de pas over rijden zijn onze handen verkleumd van de kou maar op een bijna lege tank na komen we veilig weer in Tagong. Het was iig een heel mooie rit en een zeer welcome afwisseling van de busritten.

Naar Chengdu

Deze dag rijden we in een uurtje of 15 per bus naar Chengdu en ondanks dat we gehoopt hadden dat deze rit wat comfortabeler zou worden als die over de tibettan highway was het weer feest. Het begon met een onwijs dichte mist waarbij we een aantal keer echt een noodstop moeten maken om frontale botsingen te voorkomen en de chauffeur opgegeven moment besluit stil te gaan staan in de bocht omdat er iemand moet overgeven. Waarschuwingslichten misschien? We proberen het de chauffeur uit te leggen hoe dom en gevaarlijk dit wel niet is maar hij kijkt ons aan alsof we van een andere planeet komen… zinloos, wellicht is het toch beter als hij weer achter een stelletje yaks aan zou gaan lopen denk ik maar met enige moeite besluit ik het maar te moeten accepteren. Later die dag staan we uren stil voor een gigantisch chinees bouwproject waarbij een dikke chinees vooruit rijdt in zn auto en steeds een stukje vrij houdt in de file voor de bus zodat we het grootste deel van de file kunnen overslaan. Dit is typisch China waar er voor alles een baantje wordt gevonden. Het kilometers lange bouwproject is een groot gekkenhuis. Beneden in het dal een onwijs woeste rivier, boven de bouwweg een heel onstabiel uitziende net afgegraven helling en de honderden autos, bussen en vrachtwagens die zich over een smal zandweggetje persen. Uren lang. 10 uur hobbelen verder rijden we het laatste stuk over een snelweg en is het duidelijk dat we terug komen in de geciviliseerde wereld. Het is wennen als we de neonverlichte miljoenen stad inrijden en we midden in het centrum uitstappen in onze bergoutfit tussen de hippe chinezen. We boeken een kamer in het zeer gezellige hostel sims cozy en boeken een tour voor de volgende dag naar het panda breeding centre.  

Panda Breeding centre

Sochtends staan we vroeg op voor een tour naar het wereld beroemde panda breedingcentre. Het centrum is met amerikaanse hulp opgezet om de panda’s van uitsterven te redden en het is interessant om te zien dat het aardig lukt. Als je de beertjes in het echt ziet, lui onderuit gezakt kouwend aan een bamboetak (het enige wat ze doen) realiseer je je pas hoe vreemd ze eigenlijk zijn en dat je ze in Europa nergens in dierentuinen kunt zien.

Naar Juzaighu

Juzaighu is een ongelofelijk mooi natuurpark en ondanks dat het met twee 12 uur durende busritten verwijderd ligt van Chengdu besluiten we er toch heen te gaan. Met een tussenstop van een nacht rijden we er in een uurtje of 9 naar toe wat voor de verandering een meevaller is. Het park Juzaighu is een van de highlights van China en is een berggebied met meren die door een soort natuurlijke mineralen een super heldere turcoise kleur hebben. In het kort komt het er op neer dat je samen met 6000 chinese touristen vanaf houten platform fotos maakt van de bergpanorama’s. Gelukkig willen chinezen nooit teveel lopen en touren ze massaal door het park per bus en komen alleen op de uitzichtpuntjes er uit om enkele plaatjes te schieten. Hierdoor kent het park tussen de highlights door hele rustige stukken waarbij je je wat meer in de natuur waant dan op de uitzichtpunten waar je je realiseert waarom chinezen nog steeds maar een kind per gezin mogen hebben. Na zes uur veranderd de wereld van Juzaighu als de bussen met chinezen richting uitgang karren en wij samen met enkele andere backpackers achterblijven in het park. Het is illegaal maar we hebben van te voren geregeld dat we bij een tibettaanse familie kunnen blijven slapen in een van de tibettaanse dorpjes in Juzaighu. De stokoude vrouw in het tibettaanse huis doet ons wat dement aan maar ze verzorgt een goede maaltijd. De volgende dag lopen we naar de uitgang van het park en nemen de dag erna weer de bus terug naar Chengdu. De laatste echte busrit van deze reis en daarmee wil ik dit stuk ook afsluiten.. 

 

 

 

5 Reacties

  1. Bonpa en Toke:
    5 juni 2011
    Wij wensen jullie een heel goede thuis reis.
    Dikke kus, Bonpa en Toke
  2. joke:
    5 juni 2011
    dia avondje???
  3. Marja en Bram:
    5 juni 2011
    Zal blij zijn als jullie weer veilig thuis zijn!
    Verheug me erop jullie vrijdag te zien!
    Dikke kussen Bram en mama/marja
  4. Marjolijn Scholman:
    6 juni 2011
    Veel plezier nog en goede reis terug! Tot in Nederland!!! :-) X
  5. Leontien:
    7 juni 2011
    wat een bijzondere ervaringen hebben jullie opgedaan.
    het lijkt zo langzamerhand wel een avonturenroman te worden.
    goeie reis terug.
    ben heel benieuwd naar bijbehorende plaatjes. zal uitkijken naar de picasa.
    groetjes van Leontien